Wat is de overgang eigenlijk?
Vanaf de puberteit zijn we vruchtbaar – dat merken we doordat we gaan menstrueren. Drie belangrijke hormonen spelen hierbij een rol: oestrogeen, progesteron en testosteron. Maar deze hormonen doen nog veel meer dan alleen zorgen voor vruchtbaarheid. Ze zijn betrokken bij meer dan 400 processen in ons lichaam.
Vroeger – voordat er goede medische zorg, welvaart en hygiëne was – werden vrouwen vaak niet veel ouder dan hun vruchtbare jaren. Zo’n 150 tot 200 jaar geleden lag de gemiddelde levensverwachting rond de 50 jaar. Die cijfers werden wel beïnvloed door hoge baby- en kindersterfte, maar in grote lijnen kun je zeggen dat het vrouwenlichaam was ingesteld op een leven waarin vruchtbaarheid centraal stond. Natuurlijk waren er uitzonderingen: sommige vrouwen werden toen ook 80 jaar of ouder, maar dat was zeldzaam. Tegenwoordig is dat heel anders – veel vrouwen worden nu 83 jaar of ouder.
Op een gegeven moment stopt ons lichaam met het aanmaken van de hormonen die nodig zijn om zwanger te worden. Dat is geen fout, maar juist een beschermingsmechanisme. Een zwangerschap op latere leeftijd zou te zwaar zijn voor ons lichaam. Ons hart, onze bloedvaten, lever en gewrichten kunnen dat simpelweg niet meer goed aan. Het is dus heel logisch – en eigenlijk heel wijs – dat ons lichaam op een bepaald moment zegt: “Nu is het genoeg.” Maar jammer genoeg hebben veel andere processen nog steeds de hormonen nodig die er voor zorgen dat we vruchtbaar zijn.
Overgang
De overgang: drie fases die je lichaam doormaakt
De overgang bestaat uit drie fases en begint zodra je vruchtbaarheid langzaam begint af te nemen. Dat is de peri-menopauze. Daarna volgt de menopauze, het moment waarop je vruchtbaarheidsfase eindigt. En vervolgens kom je in de post-menopauze – de periode daarna, die de rest van je leven duurt.
Vanaf ongeveer je 35e beginnen je eierstokken minder goed te functioneren. De kwaliteit van je eitjes neemt af en ook de productie van de hormonen oestrogeen, progesteron en testosteron daalt geleidelijk. Misschien herken je dat vrouwen vanaf 35 bij een zwangerschap vaker extra controles krijgen. Dat komt doordat de kans op complicaties, zoals het syndroom van Down, iets groter wordt. Deze fase noemen we de pre-menopauze. Vaak merk je hier nog weinig van, maar de volgende drie fases zijn meestal wel voelbaar:
1. Peri-menopauze
Dit is de eerste echte fase van de overgang. Je cyclus begint te veranderen: menstruaties kunnen onregelmatiger worden, korter of juist langer duren, en soms heviger zijn dan je gewend was. Ook kun je stemmingswisselingen gaan ervaren. Deze periode duurt meestal 7 tot 10 jaar. Als je last hebt van heel heftige stemmingswisselingen, vooral in de week voor je menstruatie, dan noemen we dit PMDD.
2. Menopauze
De menopauze is het moment waarop je eierstokken geen eitjes meer vrijgeven. Je weet dat je dit punt hebt bereikt als je een jaar lang geen menstruatie hebt gehad. De menopauze is dus één specifiek moment: je allerlaatste menstruatie. Pas een jaar later kun je met zekerheid zeggen dat je in de menopauze bent geweest.
Soms wordt de menopauze versneld door medische ingrepen, zoals het verwijderen van de eierstokken, chemotherapie of een behandeling met Lucrin. In dat geval kom je direct in de menopauze terecht.
Bij de meeste vrouwen begint de overgang na hun 44e, maar er zijn ook vrouwen die al vóór hun 40e in de overgang komen. Dat noemen we POI (prematuur ovarieel falen). In zo’n geval is bloedonderzoek nodig om dit vast te stellen.
3. Post-menopauze
Na de menopauze kom je in de post-menopauze – een fase die duurt tot het einde van je leven. Hoewel deze term niet vaak wordt gebruikt, is het een belangrijke periode. Je eierstokken zijn dan definitief gestopt met werken en maken geen hormonen meer aan. De processen in je lichaam die afhankelijk zijn van oestrogeen, progesteron en testosteron krijgen daardoor steeds minder ondersteuning.
Dat tekort aan hormonen veroorzaakt de bekende overgangsklachten. Denk aan opvliegers, stemmingswisselingen, vermoeidheid of vergeetachtigheid. Vaak worden deze klachten gezien als ‘gewoon ouder worden’, en deels klopt dat ook. Maar veel klachten zijn hormonaal en hoeven niet te betekenen dat je je er maar bij neer moet leggen. Er zijn gelukkig manieren om je beter te voelen.
Welke klachten kun je ervaren?
De hormonen uit je eierstokken vervullen ontzettend veel functies in je lichaam. Als die hormonen afnemen, kan dat leiden tot een breed scala aan klachten – van mild tot behoorlijk heftig. En wat belangrijk is om te weten: elke vrouw ervaart de overgang op haar eigen manier.
Sommige vrouwen hebben last van de bekende opvliegers of nachtelijk zweten. Anderen merken vooral mentale veranderingen, zoals stemmingswisselingen of somberheid. En er zijn ook vrouwen die nauwelijks iets merken. Het klachtenbeeld is dus heel persoonlijk.
Hieronder zie je een overzicht van klachten die kunnen voorkomen tijdens de overgang. Juist door die diversiteit worden ze niet altijd meteen herkend als overgangsgerelateerd – door vrouwen zelf, maar ook door artsen.
Mentale klachten
- Angst
- Neerslachtig
- Stemmingswisselingen
- Huilerig
- Verlies zelfvertrouwen
- Verlies plezier
- Paranoia
- Ruzie zoeken
- Alleen willen zijn
- Angst om auto te rijden
- (over)emotioneel
- Paniekaanvallen
- Concentratieverlies
- Verminderd geheugen
- Troebele/verwarde geest (brainfog)
- Futloos
- Verminderd libido
Fysieke klachten
- Moeite met praten
- Veranderingen menstruatiecyclus (lengte cyclus, licht/zwaar, pijn)
- Vaginale problemen (droge vagina, pijnlijke/bloedende vaginawand, abnormale afscheiding, pijn bij vrijen)
- Urineren (vak ’s nachts urineren, herhalende urineweginfecties, urineverlies/incontinentie)
- Droge oren
- Droge ogen
- Problemen mondholte (tandvleesproblemen, bloedend tandvlees, slechte adem, branderig gevoel tong, smaakverandering)
- Haarproblemen (haaruitval, droog haar)
- Broze nagels
- Huidproblemen (gevoelige huid, droge huid, jeukende huis, acne, haargroei in gezicht)
- Maagproblemen (verteringsproblemen, gewichtstoename (buik/maag), gewichtsafname, opgeblazen gevoel, indigestie, winderigheid, misselijkheid, brandend maagzuur)
- Hartkloppingen
- Verhoogd cholesterol
- Slaapproblemen
- Rusteloze benen
- Oververmoeid zijn
- Opvliegers
- Koude rillingen
- Nachzweten
- Hoofdpijn / migraine (verergering)
- Tinnitus
- Allergieën (verergering / nieuw)
- Pijnlijke gewrichten
- Pijnlijke spieren/spierspanning/spierkramp
- Elektrische schokken
- Tintelingen vingers/tenen
- Duizeligheid
- Veranderingen lichaamsgeur
- Slappere borsten
- Pijnlijke borsten
- Klam aanvoelen
- Snel buiten adem zijn
- Lage bloeddruk
Wat gebeurt er in je lichaam bij een hormoontekort?
Wanneer de hoeveelheid vrouwelijke hormonen afneemt, raakt je lichaam eigenlijk in een soort stresssituatie. Normaal gesproken helpen deze hormonen om je lichaam in balans te houden en stress op te vangen. Maar als ze er niet meer zijn, moet je lichaam zich blijven aanpassen zonder de juiste ondersteuning. Dat kan leiden tot acute klachten.
Na de menopauze neemt het risico op bepaalde chronische aandoeningen toe. Vaak gebeurt dit geleidelijk en ongemerkt. Denk bijvoorbeeld aan:
- Hart- en vaatziekten
- Hoge bloeddruk
- Verhoogd cholesterol
- Diabetes type 2
- Osteoporose
- Geheugenproblemen en dementie
- Darmkanker
- Depressieve gevoelens en zelfs suïcidaliteit
Veel van deze klachten worden behandeld met medicatie. Het komt regelmatig voor dat vrouwen meerdere medicijnen tegelijk gebruiken, zoals slaapmiddelen, antidepressiva, statines (voor hart- en vaatziekten) of bisfosfonaten (bij osteoporose). Deze middelen worden vaak voorgeschreven zonder dat er een link wordt gelegd met de overgang.
Ook hulpmiddelen zoals incontinentiemateriaal worden soms ingezet. En naast de lichamelijke klachten ervaren veel vrouwen ook mentale en emotionele belasting: stress, onzekerheid, angst en spanningen. Dat kan een flinke impact hebben op je dagelijks leven – op je werk, in je relatie, en in contact met familie of vrienden.
* waarbij het mannenlichaam het uitgangspunt is voor hoe de medische wetenschap die ziekten heeft onderzocht. Op welke symptomen moet worden gelet bij vrouwen is nog niet goed in kaart gebracht.
Welke hormonen spelen een rol bij de overgang?
Tijdens de overgang stopt je lichaam geleidelijk met het aanmaken van drie belangrijke hormonen: testosteron, progesteron en oestrogeen. Elk van deze hormonen vervult een unieke rol, en hun afname kan allerlei klachten veroorzaken.
Testosteron begint al vanaf je 20e langzaam te dalen. Omdat dit heel geleidelijk gaat, merk je daar meestal niet direct iets van.
Progesteron neemt af vanaf ongeveer je 35e. Dit zorgt voor veranderingen in je menstruatiecyclus en/of stemmingswisselingen.
Oestrogeen daalt het meest chaotisch, vooral als de menopauze nadert. Dat merk je vaak aan niet logische of onverklaarbare fysieke klachten.
Oestrogeen: een verzamelnaam
Oestrogeen is eigenlijk een verzamelnaam voor 4 verschillende hormonen: oestradiol, oestron, oestriol en oestetrol.
- Oestradiol stuurt meer dan 400 processen in je lichaam aan; tijdens je jonge jaren is dit het belangrijkste oestrogeen. Dit is ook het hormoon dat in HST-producten zit. Wij hebben het over oestradiol, als we het bij het toevoegen van hormonen tijdens de (peri)menopauze over oestrogeen hebben. Omdat oestradiol de moleculaire naam is, is deze minder bekend.
- In de perimenopauze daalt het oestradiol-niveau en neemt oestron het over. Als je postmenopauzaal bent, maak je alleen nog oestron aan, voornamelijk door de vetcellen in je buik. Uit onderzoek blijkt dat oestron ontstekingsbevorderend is. Oestradiol daarentegen is ontstekingsremmend.
- Oestriol is een zwakkere variant van oestradiol. Het wordt vaak gebruikt in producten die voor vaginale klachten worden gebruikt en ondersteunt o.a. de slijmvliezen.
- Oestetrol wordt tijdens de zwangerschap door de foetus aangemaakt.
Wanneer het oestrogeenniveau daalt, kun je allerlei overgangsklachten krijgen. Denk aan:
- nachtzeten en opvliegers
- droge slijmvliezen
- brainfog
- ontstekingsreacties, zoals frozen shoulder of hielspoor
- brandend maagzuur
Progesteron: veel meer dan alleen voor de baarmoeder
Veel artsen denken dat progesteron vooral nodig is om de baarmoederwand dun te houden. Daarom wordt het vaak voorgeschreven in combinatie met oestradiol bij hormoontherapie tijdens de overgang. Dat is belangrijk, want oestradiol maakt de baarmoederwand dikker – en hoe dikker die wordt, hoe groter de kans op baarmoederkanker (let op: dit gaat niet over baarmoederhalskanker).
Maar progesteron doet véél meer dan dat. Het is een veelzijdig hormoon met invloed op allerlei processen in je lichaam. De receptoren voor progesteron zitten onder andere in je:
- Hersenen
- Botten
- Borsten
- Hart en bloedvaten
En het heeft effect op:
- Je stemming en geheugen
- De gezondheid van je hersenen
- De opbouw van botten
- Het verminderen van borstcystes
- Het reguleren van je bloedsuikerspiegel
- Het verminderen van ontstekingen
- Je slaapkwaliteit
- Het verminderen van angst
- De aanmaak van spiercellen
- Het in balans houden van processen die ook door oestrogeen worden beïnvloed
Een leuk weetje: ook mannen maken progesteron aan – en zij hebben helemaal geen baarmoederwand die dun gehouden moet worden. Dat laat wel zien hoe breed de werking van dit hormoon is.
Testosteron: een heel belangrijk hormoon voor vrouwen
Veel mensen denken bij testosteron meteen aan mannen. Maar dat beeld klopt niet. Vrouwen maken in hun leven zelfs drie tot vier keer meer androgenen aan (testosteron en de voorlopers daarvan) dan oestrogeen.
Een groot deel van het vrouwelijke testosteron wordt aangemaakt tijdens de eisprong (zo’n 40–50%), de rest komt uit de bijnieren. De productie begint al vroeg in je leven langzaam af te nemen. En na de menopauze daalt het testosteronniveau nog eens flink – tot wel 50%.
Testosteron speelt, samen met oestrogeen, een belangrijke rol in je lichaam. Het is onder andere verantwoordelijk voor:
- Een gezond libido
- Spiermassa en spierkracht
- Vaatgezondheid
- Hartsterkte
- Productie van rode bloedcellen
- Vaginale en blaasgezondheid (zoals aandrang, incontinentie of blaasontstekingen)
- Concentratie en geheugen
- Slaapkwaliteit
- Energieniveau
- Botdichtheid
Veel vrouwen merken dat hun libido afneemt zodra de testosteronproductie in de eierstokken daalt. Dat kan spanning geven in een relatie en invloed hebben op je zelfbeeld. Ook spierverlies (spieratrofie) is een gevolg van de daling – bijvoorbeeld zichtbaar als een slappere huid bij de bovenarmen.
Wat veel mensen niet weten: vrouwen maken hun hele leven veel testosteron aan. De eierstokken doen dat op dezelfde manier als de testikels bij mannen. Een deel van dat testosteron wordt omgezet in oestradiol. Het idee dat testosteron alleen een ‘mannenhormoon’ is en vrouwen het niet nodig hebben, is dus echt achterhaald.
